■ Bellen
Selecteer
Menu
>
Instellingen
>
Oproepen
en daarna een van de volgende opties:
Doorschakelen
— om inkomende oproepen door te schakelen (netwerkdienst). Het
is mogelijk dat u geen oproepen kunt doorschakelen als bepaalde
blokkeringsfuncties zijn ingeschakeld. Zie
Oproepen blokkeren
in
Beveiliging
op
pagina
97
.
Opnemen met will. toets
>
Aan
— om een inkomende oproep te beantwoorden
door kort op een willekeurige toets te drukken, met uitzondering van de aan/uit-
toets, de cameratoets, de linker- en rechterselectietoets en de toets Einde.
Autom. opnieuw kiezen
>
Aan
— om maximaal tien pogingen te doen om de
verbinding tot stand te brengen na een mislukte oproeppoging.
Snelkeuze
>
Aan
— voor het kiezen van de namen en telefoonnummers die aan de
snelkeuzetoetsen 2 t/m 9 zijn toegewezen, door de desbetreffende cijfertoets
ingedrukt te houden.
93
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Wachtfunctieopties
>
Activeer
— om het netwerk een melding te laten genereren
als er een nieuwe oproep binnenkomt terwijl u een gesprek voert (netwerkdienst).
Zie
Wisselgesprek
op pagina
35
.
Samenvatting na oproep
>
Aan
— om de telefoon na elk gesprek kort de duur en
de kosten van het gesprek te laten weergeven (netwerkdienst).
Identificatie verzenden
>
Ja
— om in te stellen dat uw telefoonnummer wordt
weergegeven voor degene naar wie u belt (netwerkdienst). Selecteer
Netwerkinstelling
als u de instelling wilt gebruiken die u bent overeengekomen
met uw serviceprovider.
Lijn uitgaande oproepen
— om telefoonlijn 1 of 2 te selecteren voor gesprekken,
als deze functie wordt ondersteund door uw SIM-kaart (netwerkdienst).
Oproepen via draaien
— om in te stellen dat oproepen worden beantwoord
wanneer u de telefoon opent en worden beëindigd wanneer u de telefoon weer
sluit.